Onze vakgebieden

1. Tariefbevoegdheid

Interview met Jérémie Van Den Abeele


DOWNLOAD DIT HOOFDSTUK
DELEN

Twitter  /  

Linkedin  /  

Facebook



Overeenkomstig de Brusselse ordonnantie van 8 mei 2014 is BRUGEL sinds 1 juli 2014 bevoegd voor de distributietarieven voor elektriciteit en gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2017 heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering BRUGEL nieuwe opdrachten toevertrouwd in het domein van de watersector, waaronder een opdracht voor de controle van de watertarifering. Deze laatste opdrachten werden operationeel in 2018.

ELEKTRICITEIT EN GAS



Controle van de tariefsaldi van SIBELGA

BRUGEL voert elk jaar een controle uit van de regulatoire rekeningen van de netbeheerder.

"Deze oefening bestond erin de rekeningen van de DNB te controleren en deze bedragen te vergelijken met de prognoses die bij het opstellen van de huidige tarieven werden gehanteerd," legt Jérémie Van Den Abeele uit. “Op basis van de analyse van de verschillen tussen het gebudgetteerde bedrag en het werkelijke bedrag van de rekeningen enerzijds en de geraamde en werkelijke ontvangsten anderzijds, kunnen de tariefsaldi worden bepaald.”

In dit derde boekjaar van de periode kon de asymmetrie van de informatie tussen de regulator en de netbeheerder verder worden beperkt. Dankzij deze controle kon BRUGEL Sibelga immers over diverse thema’s ondervragen. De Brusselse regulator had bijvoorbeeld de mogelijkheid om een honderdtal schriftelijke vragen te stellen, die Sibelga gedetailleerd beantwoordde.. Bij deze controle heeft BRUGEL ook beslist om bepaalde kosten die het onredelijk achtte (ongeveer 70.000 euro), te verwerpen (administratieve boetes, afsluitingsvergoedingen, …).

In 2017 werden de in 2016 aangebrachte wijzigingen in de methodologie ook voor het eerst toegepast: bepalen van een minimumdrempel voor de risicovrije rentevoet bij de vaststelling van de billijke marge en de verhoging van het plafond voor de incentive regulation voor de beheersbare kosten.

Net als in de voorgaande boekjaren werden bij de controle en de goedkeuring van de rekeningen van 2017 in 2018 relatief grote regulatoire saldi vastgesteld.

"Deze financiële meevaller bedroeg 112 miljoen euro voor de elektriciteit en 90 miljoen euro voor het gas," benadrukt Jérémie Van Den Abeele. "Naast de afvlakking van de tarieven en een herbestemming van deze saldi voor bepaalde specifieke projecten, zoals de conversie van arm naar rijk gas of projecten in verband met Atrias, heeft BRUGEL in de nieuwe methodologieën voorgesteld een deel van deze saldi ook te gebruiken voor de financiering van innovatieve projecten in verband met de energietransitie, zoals collectief zelfverbruik.”

Aanpassing van de gas- en elektriciteitstarieven

De gas- en elektriciteitstarieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden vastgelegd voor een periode van 2015 tot 2019. "In 2018 werden deze tarieven, net zoals elk jaar, licht aangepast na de wijzigingen in de doorrekening van de transmissiekosten, de openbare dienstverplichtingen en de toeslag in verband met de vennootschapsbelasting," legt Jérémie Van Den Abeele uit. "Ook dit jaar hebben we een bepaalde stabiliteit van de tarieven vastgesteld.”

Openbare raadpleging over de capaciteitstarieven

In 2018 heeft BRUGEL een studie uitgevoerd en een openbare raadpleging georganiseerd over de invoering van een capaciteitscomponent in de distributietarieven voor elektriciteit. In het kader van de voorbereiding van de tariefmethodologie 2020-2024 wilde BRUGEL over voldoende elementen beschikken om de noodzakelijke maatregelen te motiveren en te nemen inzake de tarifering en in het bijzonder de tariefstructuur.

“Het doel van deze studie was duidelijk de impact van de invoering van een capaciteitstarief in het Brussels Gewest te onderzoeken vanuit economisch, sociaal en milieuoogpunt," verduidelijkt Jérémie Van Den Abeele. "In deze studie kon ook worden nagegaan welke rol de distributietarieven voor laagspanning kunnen spelen in het kader van de energietransitie en wat de gevolgen van deze transitie zijn voor de Brusselse marktspelers, zoals de distributienetbeheerder, de leveranciers en Brusselse verbruikers.”

Naast de invoering van een capaciteitscomponent heeft de studie ook aangetoond hoe de tarieven de fotovoltaïsche producties optimaal kunnen integreren en de eindgebruikers ertoe kunnen aanzetten om hun gedrag te veranderen. De verschuiving van de verbruikslast naar perioden waarin het net het minst verzadigd is, kan worden bevorderd door het huidige systeem (dag/nacht) te vervangen door verschillende tijdsperioden (maximaal 4), afhankelijk van de tijd van het jaar (warm/koud).

Hoewel sommige aanbevelingen van deze studie werden opgenomen in de methodologie 2020-2024 (zoals de invoering van een capaciteitstarief), waren ze niet allemaal technisch uitvoerbaar. "Er moeten immers nog heel wat juridische of technische obstakels worden weggenomen. Vooral omdat voor de optimale invoering van een nieuw tariefstelsel een aangepast meet- en gegevensbeheersysteem moet worden geïmplementeerd via de slimme meters en de ontwikkeling van het Atrias-platform en dat is op dit moment nog niet het geval," verklaart Jérémie Van Den Abeele.

Tariefmethodologieën 2020-2024

In 2018 heeft de implementatie van de tariefmethodologieën 2020-2024 de inzet van veel medewerkers van BRUGEL gevraagd. Deze documenten, die een geheel van regels en leidende principes vastleggen, zullen de Brusselse netbeheerder immers in staat stellen om zijn tariefvoorstellen voor de vijf volgende jaren uit te werken.

Hoewel de in de vorige methodologieën vastgelegde grote principes voor het merendeel werden behouden en geperfectioneerd, werden er belangrijke wijzigingen aangebracht.

Voor de distributienetbeheerder

BRUGEL heeft de invoering van een incentive regulation-systeem (zie hiernaast) voor de doelstellingen bevestigd. "Het doel is de distributienetbeheerder ertoe aan te zetten zijn productiviteit te verbeteren. Hij zal een bonus kunnen krijgen op basis van prestatie-indicatoren voor de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening,” zegt Jérémie Van Den Abeele nog.

Naast dit mechanisme heeft BRUGEL ook de kosten van alle informatieprojecten als beheersbare kosten1 gekwalificeerd om Sibelga te responsabiliseren in het beheer van zijn IT-projecten. “Om een duidelijk zicht te hebben op deze kosten is BRUGEL ook begonnen met de invoering van een IT-roadmap die de follow-up van de vele IT-projecten zal vergemakkelijken," aldus Jérémie Van Den Abeele. “Deze procedure stelt BRUGEL in staat de DNB te ondervragen over zijn beweegredenen en het belang van het project voor het bedrijf. Voor BRUGEL is de invoering van een dergelijke procedure essentieel: ze zal met name voorkomen dat ontsporingen van het budget worden gedekt door de factuur die de verbruiker betaalt.”

De nieuwe methodologieën voorzien tevens de voortzetting van de berekeningsmethode, die er enerzijds voor zorgt dat de financiële middelen beschikbaar zijn voor de financiering van de noodzakelijke investeringen en anderzijds de netbeheerder en zijn aandeelhouders een voldoende vergoeding toekent en een kader creëert voor de ondersteuning van bepaalde innovatieve projecten in verband met de energietransitie, zoals projecten in verband met collectief zelfverbruik.

Voor de eindgebruikers

BRUGEL heeft beslist om voor alle (huishoudelijke en professionele) klanten die met laagspanning worden bevoorraad, een capaciteitscomponent te implementeren die een deel van het bestaande tarief vervangt. Dit betekent dat een deel van de distributietarieven niet langer op basis van de verbruikte kilowatturen zal worden gefactureerd, maar gedeeltelijk op basis van het aansluitingsvermogen dat de eindgebruiker ter beschikking wordt gesteld. In de periode 2020-2024 zal dit capaciteitsgedeelte 20% van het tarief voor het gebruik en het beheer van het laagspanningsdistributienet dekken, terwijl de andere componenten proportioneel blijven (met uitzondering van de meting, die vast blijft). "De invoering van een capaciteitsterm in de tariefstructuur op basis van het beschikbaar gestelde vermogen, maakt een betere kostenreflectiviteit mogelijk. Het laat bovendien toe om de energietransitie voor te bereiden," verduidelijkt Jérémie Van Den Abeele.

Naast deze maatregel voorziet de methodologie tevens de afschaffing van de plafondprijs of de degressiviteitsfactor voor de gebruikers van het middenspanningsnet. Sommige van deze maatregelen zullen in 2020 van kracht worden terwijl andere, die een grote impact op bepaalde netgebruikers kunnen hebben, geleidelijker zullen worden ingevoerd (tot in 2029) om een abrupte stijging van de tarieven te vermijden. BRUGEL heeft de netbeheerder ook gevraagd om gepersonaliseerde informatie te bezorgen aan de klanten op wie deze maatregelen de grootste impact hebben.

“In vergelijking met de voorgaande boekjaren maakt deze strategische visie het mogelijk de denkoefening tot twee tariefperioden uit te breiden en verder te kijken dan 2024. De aangekondigde verhogingen over een periode van 10 jaar zullen de klanten dus in staat stellen om hun verbruikspatroon aan te passen en eventueel de nodige maatregelen te nemen," zegt Jérémie Van Den Abeele nog.

Drie principes

Bij het opstellen van de tariefmethodologieën heeft BRUGEL ervoor gezorgd dat drie principes worden nageleefd: de vereenvoudiging van de huidige tariefroosters, de afschaffing van historische tarieven die geen bestaansreden meer hebben, en de aansporing van de verbruikers om het net beter te gebruiken.

"Het opstellen van de tariefmethodologieën is een sleutelmoment voor de regulator, want ze zullen worden gebruikt voor het vastleggen van de tarieven voor de vijf volgende jaren en voor de methode voor de controle van de rekeningen van de DNB. Het einddoel is uiteraard eerlijke en billijke distributietarieven te verkrijgen,” verklaart Jérémie Van Den Abeele.

De termijnen voor de implementatie van deze methodologieën werden door zowel Sibelga als BRUGEL nageleefd. In overeenstemming met het akkoord dat werd afgesloten in 2017 werden de definitieve documenten in november 2018 voor overleg aan Sibelga voorgelegd. En eind 2019 moeten de tarieven op basis van deze methoden worden gevalideerd voor de periode 2020-2024.

Einde van de tariefcompensatie

BRUGEL heeft haar besluit om het compensatiemechanisme in verband met de distributietarieven elektriciteit stop te zetten nogmaals bevestigd. De tariefmethodologie bepaalt dat de distributietarieven in de toekomst zullen worden toegepast op alle energie die reëel van het net wordt afgenomen, zonder aftrek van de geïnjecteerde hoeveelheid, met het oog op de billijkheid van de tarieven. “Deze maatregel had tot doel de prosumer2 te responsabiliseren en tot zelfverbruik aan te moedigen,” zegt Jérémie Van Den Abeele. "Een arrest van het hof van beroep van Brussel (zie ook pagina 33) van februari 2018 versterkt overigens ons standpunt."

Ter herinnering, het principe van de tariefcompensatie houdt in dat alle op het gewestelijke distributienet geïnjecteerde energie - geproduceerd door een productie-installatie voor groene energie (van maximum 5kVA) op een ogenblik waarop de eigenaar de energie niet verbruikt - jaarlijks wordt afgetrokken van de hoeveelheid van het net afgenomen elektriciteit.





Voor een eerlijke en billijke tarifering van water en energie!

Jérémie Van Den Abeele,

verantwoordelijke tariefaspecten bij BRUGEL




BRUGEL is van mening dat de tarieven - zowel voor gas als voor elektriciteit - een essentiële rol spelen in de energietransitie. Daarom is het belangrijk een deel van de saldi toe te wijzen aan projecten die de innovatie ondersteunen.

Incentive regulation-systeem

Het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toegepaste incentive regulation-systeem is van het type Cost+. Alle kosten van de distributienetbeheerder worden dus door de distributietarieven gedekt. Om de distributienetbeheerder ertoe aan te zetten zijn productiviteit te verbeteren en operationele winst te genereren, heeft BRUGEL methodologieën voorgesteld die voorzien in de invoering van een incentive regulation-systeem voor de beheersbare kosten. Het principe van deze formule: rekening houden met de vastgestelde verschillen tussen het voorziene budget en de tarifaire realiteit, en de netbeheerder laten profiteren van een bepaald percentage van deze winst.

Collectief zelfverbruik

Collectief zelfverbruik is gebaseerd op het volgende principe: één of meer lokale hernieuwbare productie-installaties produceren elektriciteit die onder één of meer verbruikers, die zich fysiek in elkaars buurt bevinden, wordt verdeeld. In het kader van innovatieve projecten zal BRUGEL specifieke tariefbepalingen kunnen opstellen.

Reële kostprijs
van water

BRUGEL stelde vast dat de door de sector gegenereerde inkomsten enkel de exploitatiekosten dekten zonder rekening te houden met de toekomstige investeringsbehoeften.

Tariefverhoging

Water moet toegankelijk blijven voor iedereen en de regulator zal er bijgevolg op toezien dat deze tariefverhoging gecontroleerd en geleidelijk aan gebeurt.

WATER



De reële kostprijs van water

In 2018 heeft BRUGEL voor het eerst de reële kostprijs van water berekend. Die wordt bepaald door rekening te houden met de reële kosten van de verschillende activiteiten van de sector in het voorgaande jaar, zoals productie, distributie, opvang, zuivering, ... BRUGEL heeft hiervoor de gegevens van de verschillende actoren geconsolideerd: VIVAQUA, BMWB en AQUIRIS.

"In deze oefening worden gewoon de kosten van het voorgaande jaar bekeken. De reële kostprijs houdt dus niet rechtstreeks verband met de toegepaste prijzen," legt Jérémie Van Den Abeele uit. "BRUGEL is dan ook van mening dat dit vanuit strategisch oogpunt geen echte toegevoegde waarde heeft. In de toekomst zullen de methodologieën het mogelijk maken om de tarieven vast te stellen op basis van een kostenprojectie. Om een denkoefening te starten over deze toekomstige methodologieën, wilden we bovendien sociaaleconomische indicatoren toevoegen. Helaas moest BRUGEL vaststellen dat deze indicatoren nog niet beschikbaar waren.”

Met de reële kostprijs die werd bepaald in 2018, stelde BRUGEL vast dat de door de sector gegenereerde inkomsten enkel de exploitatiekosten dekten zonder rekening te houden met de toekomstige investeringsbehoeften.

"Deze gekende maar verontrustende vaststelling toont aan dat de huidige waterprijs niet volstaat om zonder probleem de investeringen te financieren die nodig zijn om de activiteit in stand te houden," benadrukt Jérémie Van Den Abeele. "En zonder tariefverhoging of nieuwe subsidies zal de activiteit op lange termijn moeilijk houdbaar zijn.”

Tariefmethodologieën

Volgens BRUGEL zal er een echte paradigmaverschuiving plaatsvinden in de watersector door het principe van een tariefmethodologie voor een periode van zes jaar (2021-2027). De operatoren zullen hun kosten over een langere periode moeten projecteren en zullen worden aangemoedigd om in de toekomst een operationele strategie uit te werken om bepaalde posten te beperken of in de hand te houden.

"In 2018 heeft BRUGEL de eerste basis gelegd voor deze tariefmethodologieën door een constructieve dialoog aan te gaan met alle actoren in de sector," zegt Jérémie Van Den Abeele. "Op basis hiervan en in overleg met VIVAQUA en de BMWB zal BRUGEL tegen december 2019 ontwerpen van prijsmethodologieën opstellen.”

De regulator vroeg ook een panel van consumentenverenigingen en sociale instanties naar hun verwachtingen inzake de nieuwe methodologieën. BRUGEL stelde daarbij vast dat sommige vragen, zoals de invoering van een sociaal tarief voor water, buiten de opdrachten vielen die aan de regulator zijn toevertrouwd en de invoering van een aangepast wetgevend kader vereisen.

Transversaliteit van de opdracht

Om een betrouwbaar beeld te krijgen van de werking van de Brusselse watersector heeft de regering BRUGEL gevraagd om in 2018 een volledige audit van de markt uit te voeren. Deze analyse heeft een aantal zwakke elementen en aandachtspunten aan het licht gebracht waarmee rekening moet worden gehouden bij het opstellen van de methodologieën.

Ook de algemene verkoopvoorwaarden in de watersector zullen grondig worden herzien. BRUGEL zal deze verschillende wijzigingen integreren in de bepaling van de niet-periodieke tarieven (opening van een meter, aftakkings- en aansluitingswerken, ...)

Beheerscontract van de BMWB

In 2018 werd BRUGEL gevraagd een advies uit te brengen over het beheerscontract van de BMWB voor de periode 2018-2022. Op basis van deze analyse heeft de regulator een advies geformuleerd waarmee rekening werd gehouden en dat tot bepaalde wijzigingen heeft geleid. Volgens BRUGEL moest het beheerscontract voor de periode 2018-2022 rekening houden met de nieuwe tariefopdracht van BRUGEL en de inwerkingtreding van de methodologie tegen 2021.

Onvermijdelijke maar geleidelijke tariefverhoging

"Gezien de evolutie van de sector en de investeringen die nodig zijn om het net in goede staat te houden en het voortbestaan van de activiteit te garanderen, is BRUGEL van mening dat een stijging van de waterprijs in de komende jaren onvermijdelijk is," besluit Jérémie Van Den Abeele. "Water moet toegankelijk blijven voor iedereen en de regulator zal er bijgevolg op toezien dat deze tariefverhoging gecontroleerd en geleidelijk aan gebeurt.”

1 De beheersbare kosten zijn de kosten waarover de netbeheerder een directe controle uitoefent.
2 Prosumer is een kofferwoord om een verbruiker die ook produceert aan te duiden. Dit is dus een gebruiker van het distributienet voor elektriciteit die beschikt over een toegangspunt voor de afname van het laagspanningsnet, en die een decentrale productie-eenheid heeft waarmee hij elektriciteit kan injecteren op het distributienet voor elektriciteit.

Reële kostprijs
van water

BRUGEL stelde vast dat de door de sector gegenereerde inkomsten enkel de exploitatiekosten dekten zonder rekening te houden met de toekomstige investeringsbehoeften.

Tariefverhoging

Water moet toegankelijk blijven voor iedereen en de regulator zal er bijgevolg op toezien dat deze tariefverhoging gecontroleerd en geleidelijk aan gebeurt.